Het proteïnendieet
Het proteïnedieet bestaat erin een precies bepaalde hoeveelheid proteïnen (eiwitten) op te nemen, en de aanvoer van koolhydraten (suikers) ,bijna volledig te stoppen. De 3 grote energiebronnen die het menselijk lichaam nodig heeft zijn de eiwitten, de suikers en de vetten.
Door het feit dat je weinig tot geen suikers meer opneemt gaat je lichaam zijn energie elders moeten halen, waardoor het dus de vetreserve gaat aanspreken. Het is belangrijk proteïnen op te nemen aangezien ze bijdragen tot alle stappen van het celleven, voornamelijk tot de celopbouw. Ze bevinden zich in alle lichaamscellen, maar vooral in de spieren. Het grote basisprincipe van het proteïnedieet is het behoud van de spiermassa.
Door geen koolhydraten op te nemen gaat het lichaam continu vet verbranden om aan zijn energiebehoefte te voldoen. De spiermassa gaat beschermd worden door de proteïneopname.
Eens al de koolhydraten in het lichaam verbrand zijn gaat het over tot het aanspreken van de vetreserve als energiebron. Op dat moment treedt je in vetverbrandingsfase of ketosefase.
Tijdens de vetverbranding komen er ketonen vrij=afvalstoffen.
Ze zorgen op een natuurlijke wijze voor een verzadigd gevoel, ze geven een gevoel van vitaliteit en een hoger concentratievermogen. Waar je wel moet voor opletten is dat extra koolhydraten de ketose = vetverbranding, doen stoppen.
Dit wil dus zeggen dat wanneer je je niet strikt houdt aan het eiwitdieet en toch koolhydraten opneemt, het opnieuw twee dagen duurt alvorens je je weer in ketosetoestand gaat bevinden.
Het volstaat soms een paar druiven te nemen, een stukje chocolade…en je moet opnieuw 2 dagen wachten alvorens je in ketose bent.
Het vermijden van gluciden en lipiden in de voeding zorgt ervoor dat:
· er geen bijkomend lichaamsvet gevormd wordt;
· het wegsmelten van het bestaande lichaamsvet bevorderd wordt;
· je reeds vanaf de derde dag in ketofase komt, waardoor je een verzadigd
gevoel gaat hebben;
· binnen de 24 uur de suikerreserve reeds verdwenen is;
· door de proteïnen de spiermassa behouden blijft.
Het proteïnedieet is aangewezen in geval van zwaarlijvigheid en overgewicht en in het voorkomen van complicaties hiervan, als cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, apnee…
Stofwisselingsproblemen als hyperinsulinemie en hypertriglyceridemie kunnen verholpen worden door het volgen van een eiwitrijk dieet.
In sommige gevallen kan het belangrijk zijn vóór een heelkundige ingreep snel gewicht te verliezen, waar het proteïnedieet dus ideaal voor is.
Het proteïnedieet is een veilige en doeltreffende methode waarvoor een voorschrift en medische opvolging nodig zijn. Er zijn voorzorgsmaatregelen en contra-indicaties die enkel door een bevoegd geneesheer kunnen worden beoordeeld.
Een regelmatige medische controle is noodzakelijk indien je streeft naar je “ideaal gezondheidsgewicht”.
De vraag die velen zich stellen is:
“Komen de verloren kilo’s na het proteïnedieet snel terug?”
Ja, de verloren kilo’s komen snel terug wanneer men hetzelfde levenspatroon als voorheen terug aanneemt. Automatisch ga je je oorspronkelijke gewicht snel terug hebben. Daarom is het belangrijk de verschillende fasen van het eiwitdieet goed te volgen en de slechte gewoonten van vroeger te schrappen. Want, wat voor ELK DIEET geldt:
“Zelfde oorzaken, zelfde gevolgen”
Weer slechte gewoonten aannemen = in gewicht toenemen.
Een proteïnedieet bestaat altijd uit 3 fasen.
Een eerste fase = de ACTIEVE FASE of de ketofase.
Het is de echte afslankingsfase waardoor je je ideale gezondheidsgewicht zal bereiken. Door de inname van hyperproteïneprodukten ga je snel gewicht verliezen, ten koste van je vetmassa, maar met behoud van je spiermassa. Afhankelijk van uw persoonlijk geval, is de eerste fase van veranderlijke duur (van enkele dagen tot meerdere maanden), natuurlijk naargelang de hoeveelheid gewicht je moet verliezen. Het strikte proteïnedieet bestaat uit voeding vooral gesteund op de inname van de eiwitrijke zakjes (individueel bepaald hoeveel per dag), en rauwe, gestoomde of gekookte groenten, zonder vetstof.
In deze eerste fase moet elke zijstap vermeden worden:
Te schrappen zijn:
· Alle voedingsmiddelen, enkel de proteïnerijke zakjes en de toegelaten groenten.
Naargelang je persoonlijk geval kan witte vis en gevogelte in beperkte mate toegelaten zijn. De zogenaamde “dieetproducten” zijn verboden.
· Suiker (zoetstoffen als Canderel, toegelaten in koffie en thee).
· Zout is NOODZAKELIJK.
· Zoutarme voeding eten kan aanleiding geven tot lage bloeddruk. Het toont nogmaals het belang van niet zomaar een dieet te volgen, maar je medisch te laten begeleiden. Ieder individu is anders, ieders behoeften zijn anders.
· Melk is betwistbaar aangezien lactose in bepaalde gevallen de ketose kan verhinderen.
· Wat drank betreft zijn frisdranken, vruchtensappen en, alcohol niet toegelaten tijdens de actieve eerste fase.
Drink wel 1,5 to 2 liter water per dag (kruidenthee, thee en koffie zijn toegelaten).
Vitaminen en mineralen tijdens het proteïnedieet.
Essentiële vitamines en mineralen.
Tijdens het volgen van het proteïnedieet zal een tekort ontstaan aan essentiële vitamines en mineralen, voornamelijk kalium.
Het is dan ook belangrijk dat gebruikers van het proteïnedieet een multi-vitaminen preparaat en een kaliumpreparaat gebruiken.
Het niet nemen van kalium kan spierkrampen tot gevolg hebben.
Indien uit de bloedafname blijkt dat andere aanvullingen noodzakelijk blijken, zoals natrium, calcium, ijzer…), dan zal dit U voorgeschreven worden.
Mogelijke bijwerkingen van het proteïnedieet.
Verlaging van de bloeddruk: die niet veroorzaakt wordt door de proteïnezakjes, maar door het feit dat je nog weinig of geen zout meer opneemt via de voeding.
Dit mag geen reden zijn tot ongerustheid. Verhoog je aanbreng van natrium, bijvoorbeeld bij de bereiding van de groenten.
De symptomen zullen binnen enkele uren verdwijnen.
Spierkrampen: je dosis kalium zal worden aangepast.
Hoofdpijn: tijdens de eerste twee dagen van het dieet is het mogelijk dat je hoofdpijn krijgt. Neem een gewoon analgeticum.
Verstopping : de vermindering van de “voedselhoeveelheid” kan de eerste dagen de indruk geven dat men geconstipeerd is. Bij sommigen kunnen ook de proteïnen aanleiding geven tot verstopping. Normaal is de aanbreng van de toegelaten groenten en rauwkost voldoende om een goede darmtransit te behouden. Zoniet vraag je raad tijdens je controlebezoek of via telefoon.
Slechte adem: dit komt door de ketose. De eliminatie van de ketonen via de longen. Je gebruikt dan best mondspray of pastilletjes zonder suiker.
Medische behandeling : in geval je ziek wordt tijdens je dieet zet je dit meestal verder, maar wat de medicijnen betreft let je wel op voor siropen, maagmedicijnen die dikwijls veel suiker bevatten.
Diarree : komt zelden voor. Indien wel neem je best onmiddellijk een antidiarreïcum om uitdroging en gebrek aan kalium te voorkomen.
De eerste fase volg je tot je je streefgewicht hebt bereikt.
Nadien ga je over tot de 2de fase of overgangsfase.
De overgangsfase gaat samen met een geleidelijk overschakelen naar een normale voeding.
Het is een noodzakelijke overgang tussen de afslankingsperiode en het normale eetpatroon.
Het herstellen van het voedingsevenwicht moet geleidelijk gebeuren en wordt bepaald in functie van iedere patiënt.
Het aantal zakjes zal verminderen en geleidelijk aan worden andere voedings-middelen ingevoerd.
Na deze overgangsfase is de doelstelling stabilisatie , gewichtsbeheersing en controle van je eetgedrag.
Deze 3de fase is heel belangrijk.
Indien men deze lange fase niet respecteert is de kans groot dat het afgevallen gewicht er weer bij komt ,en zelfs meer dan dat.
Deze fase respecteert de voedingsharmonie bij uitbreiding van de voedingskeuze.
Het is van belang goed en juist te eten, in harmonie, met plezier en rekening houdend met je genetische aanleg.
Wat we hier gaan aanleren zijn:
Goede eetgewoonten of het voedingsevenwicht.
Een evenwichtige voeding moet zorgen voor :
· voldoende toevoer van energie;
· een juist evenwicht tussen de verschillende voedingsmiddelen, met een verbetering van de voedingswaarde en een vermindering van de caloriedichtheid van de maaltijden,
· een goede verdeling van de calorieaanbreng over de dag.
Alle voedingsmiddelen dragen bij tot het evenwicht en moeten een bepaald
percentage van de totale calorieaanbreng leveren.
Ideaal is :
· 30 % proteïnen, waarvan de helft dierlijke en de helft plantaardige.
Liever plantaardige proteïnen, die niet verbonden zijn met vetstoffen, in tegenstelling tot dierlijke proteïnen. Men vindt deze plantaardige proteïnen in groenten, peulvruchten en fruit. Als je vlees eet kan je dat best ’s middags eten, gegrild of gebakken zonder vetstoffen. Vis kan naar believen worden gegeten. Het bevat de beste dierlijke proteïnen. Ook liefst bereiden zonder vetstoffen, stomen, koken, grillen… Eieren mogen regelmatig gegeten worden. Naargelang je al dan niet een cholesterolprobleem hebt zal de arts je hierover raad geven.
· 30 % lipiden , met 1/3 verzadigde vetzuren, 1/3 mono-onverzadigde vetzuren en 1/3 poly-onverzadigde vetzuren.
Heel belangrijk in de stabilisatiefase en het terug integreren van de “gewone”, “normale” voeding, is de vermindering van lipiden en dan vooral de verzadigde vetzuren.
Algemeen moet je vetstoffen proberen te vermijden, zoals beleg, sandwiches, gebak, frituren, sauzen…
Dus: De verzadigde vetzuren verminderen: kaas, eieren, vlees, en meer onverzadigde vetzuren gebruiken, plantaardige oliën (zonnebloemolie, olijfolie, maïsolie, koolzaadolie)
· 40% gluciden = 4/5 complexe gluciden (trage suikers, rijk aan vezels) en 1/5 enkelvoudige gluciden= snelle suikers.
40% gluciden, maar opgepast ,gluciden ≠ snoepgoed.
Je moet leren de goede en slechte gluciden te herkennen.
In onze Westerse maatschappij bestaat er een aanzienlijk probleem betreffende de invasie van snelle suikers met een hoge glycemische index. Vooral bij kinderen en adolescenten zouden deze aanzienlijk moeten worden verminderd.
Goede gluciden hebben een lage glycemische index.
Slechte gluciden hebben een hoge glycemische index.
Koolhydraten moeten verstandig gebruikt worden!
Langzaam vrijkomende energie helpt het hongergevoel te verminderen en kan zin in onevenwichtige snacks helpen voorkomen.
Koolhydraten worden onderverdeeld in eenvoudige of meervoudige.
Enkelvoudige koolhydraten gaan snel energie leveren en meervoudige (complexe) koolhydraten gaan energie langzaam vrijlaten.
Dit gegeven is zeer belangrijk in de stabilisatiefase.
De langzaam vrijkomende energie kan helpen het hongergevoel te verminderen en trek in onevenwichtige snacks te voorkomen.
Men moet dus voedingsmiddelen aanraden met een lage glycemische index.
Hiervan kan je complete lijsten op het net raadplegen : www.glycemicindex.com.